Gebied in beeld: Rivierenland

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,

rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan,
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband,
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

 

 

Het beroemde gedicht van Hendrik Marsman uit 1936 is zeker van toepassing LEADER-gebied Fruitdelta Rivierenland. De laatste strofe is vanwege klimaatverandering nog steeds hoogst actueel.

 

Maar in Rivierenland ziet men ook kansen. Deze zijn in de Lokale Ontwikkelingsstrategie vertaald naar drie aansprekende thema’s:

 

1. Trots op elkaar

levendige dorpen en een vitaal buitengebied met passende huisvesting en voldoende en goed toegankelijke voorzieningen om elkaar te ontmoeten, te bewegen, sporten en spelen en voor kunst en cultuur.

Ingezet wordt op:

a) Het stimuleren van ontmoeting, gezamenlijk eigenaarschap, multifunctioneel gebruik van (vrijkomende) gebouwen door en met diverse doelgroepen

b) Nieuwe woonvormen en -plekken

 

2. Trots op ons werk 

sterke en gastvrije plattelandseconomie met diversiteit in werk voor

inwoners, een divers aanbod voor bezoekers en een goede verbinding tussen onderwijs en arbeidsmarkt.

Ingezet wordt op:

a) Het verbinden van werk en onderwijs

b) Het samen op de kaart zetten van het gebied

c) Gastvrijheid: het vergroten van het recreatief-toeristisch aanbod.

 

3. Trots op ons landschap

Natuur-inclusieve, circulaire en biodiverse leefomgeving, voorbereid op klimaatverandering, met duurzame energie, waarbij de landschappelijke identiteit/ ruimtelijke kwaliteit wordt versterkt.

Ingezet wordt op: ontwikkeling van DIENmodellen en verDIENmodellen voor landschap, natuur, biodiversiteit, circulariteit, duurzame energie, klimaatbestendigheid en water, zoals:

a) Nieuwe samenwerkingen en/of nieuwe combinaties van functies

b) Nieuwe verdienmodellen voor agrarische bedrijven

c) Vernieuwende manieren t.b.v. bewustwording en concrete actie.

 

 

LEADER-gebied Rivierenland loopt van de Neder-Betuwe in het oosten tot aan de grens met de provincie Zuid-Holland in het westen.

Coördinator Maike van der Maat: “het is een gebied met een stad, Tiel, een aantal grotere kernen, zoals Culemborg, Geldermalsen en Zaltbommel, maar verder toch vooral veel platteland en veel kleine dorpen”.


Zo’n groot gebied heeft als nadeel dat het een uitdaging is om iedereen te bereiken met informatie over het programma. “Maar het werven van LAG-leden bleek toch makkelijk te gaan. Op de oproep die we in het gebied hadden uitgezet, kwam veel respons. Dat heeft er toe geleid dat we een mooie groep hebben, met een goede spreiding, geografisch, maar ook qua leeftijd en achtergrond”.

 

Sinds 1 mei vorig jaar kunnen aanvragen worden ingediend. Er kan doorlopend worden ingediend. Vier keer per jaar wordt het net opgehaald en worden de ingediende aanvragen beoordeeld.

Dat heeft tot nu toe geleid tot 6 ingediende aanvragen die bij Stimulus in behandeling zijn en daarnaast een tiental ideeën waarvan de aanvraag in voorbereiding is.

 

Maike: “een mooi voorbeeld is het Voedsellint dat van Rijswijk naar Varik wordt aangelegd, dwars door het LEADER-gebied van noord naar zuid. Met dit lint worden bestaande biodiverse voedselproductie-plekken verbonden, zoals tiny forests, voedselbossen en streekproductlocaties, maar ook nieuwe biodiverse elementen toegevoegd. Grondeigenaren langs het lint, zowel boeren, burgers als buitenlui, worden gevraagd (en geholpen) om hun terrein biodiverser te maken.

Initiatieven kunnen 50% subsidie krijgen tot een maximum van € 100.000.

 

De LAG hoopt uiteindelijk zo’n 15-20 aanvragen te kunnen ondersteunen. “Aanvragen sluiten niet altijd aan bij de thema’s of voorwaarden van ons programma, maar kunnen wel van waarde zijn voor het gebied. We proberen deze initiatieven dan op andere manieren te helpen of door te verwijzen naar andere subsidiemogelijkheden”.

Scroll naar boven